Barbara Hoekstra

View Original

Onbeperkt hooi - is dat wel nodig?

In maneges krijgen ze te weinig, op paddock paradises te veel.

De paarden op de ene hebben maagzweren, de andere zijn te dik. Beide ongewenste situaties, toch? Hoeveel ruwvoer heeft een paard nu eigenlijk nodig? In dit artikel beperk ik me tot de 3 belangrijkste factoren en geef ik rekenvoorbeelden zodat jij ook aan de slag kan. Op het einde heb ik nog een rekenvoorbeeld op een paddock paradise.

Waarom is ruwvoer zo belangrijk?

Ik som graag eerst de belangrijkste redenen op waarom ruwvoer zo essentieel is:

  • ruwvoer is het natuurlijke basisvoedsel van een paard. Hun lichaam is tijdens duizenden jaren geëvolueerd om alle nodige voedingselementen eruit te halen. In ruwvoer zitten alle voedingselementen in een opneembare vorm, wat niet altijd gezegd kan worden van de bestaande voedingssupplementen.

  • kauwen op ruwvoer veroorzaakt speeksel dat mee doorgeslikt wordt en de aanmaak van maagzuur onder controle houdt. Het speeksel voorkomt dat het maagzuur de bovenste delen van de maag aantast en dus maagzweren veroorzaakt. In tegenstelling tot de mens maakt een paard enkel tijdens het kauwen speeksel aan.

  • het verteren van ruwvoer veroorzaakt warmte. Deze warmte houdt dus de lichaamstemperatuur van het paard op peil. Ook in de winter.

  • een paard dient ongeveer 14 uur per etmaal bezig te zijn met eten. Hun maag is klein dus eten ze van nature liever in kleine porties (3 á 4 uur), afgewisseld met rust. Door ruwvoer ter beschikking te stellen, heeft een paard ook daadwerkelijk die tijd nodig om voldoende voeding op te nemen. Krachtvoer is “hap-slik-weg” en dan heeft het paard niets meer te doen (en dan ontstaan de zogenaamde ‘stalondeugden’).

Een paard moet langer en meer kauwen op ruwvoer. Daardoor ontstaat meer speeksel dat het maagzuur neutraliseert en de productie ervan controleert. Zo ontstaan er geen maagzweren.

Hoe is voer samengesteld?

Elk voer is samengesteld op deze manier, ruwvoer ook. Een paard heeft een beperkte maximale dagelijkse opname van droge stof dus het is belangrijk om de samenstelling van de droge stof zo gezond mogelijk in te vullen.

1) Het gehalte droge stof (%D.S.)

In ieder voedermiddel zit een hoeveelheid water, de rest noemt men droge stof. Voor de voeding van paarden is dit belangrijk omdat de dieren een beperkt opnamevermogen voor droge stof bezitten.

De voederwaarde van het voer zit in de droge stof. Voor een goede beoordeling van die waarde is het belangrijk het droge stof gehalte te kennen. Het D.S. gehalte kan tussen verschillende voeders sterk verschillen: het droge stofgehalte van wortelen, bieten en gras ligt rond de 15% terwijl hooi en krachtvoeder een D.S. gehalte hebben in de buurt van 85 %.

Hoeveel droge stof heeft je paard nodig?

De maximale droge stof-opname bedraagt ongeveer 2 kg D.S. per 100 kg paard per dag. Dit cijfer geldt voor paarden op stal die 1 á 2 keer per dag uitloop krijgen.

Rekenvoorbeeld

Dus voor zo’n paard van 600 kg is 12 kg D.S per dag voldoende. Hooi bestaat ongeveer uit 85% droge stof (en 15% water) dus moet dit paard dagelijks 14 kg hooi krijgen om voldoende gegeten te hebben. Bij voordroog met 60% D.S. (en dus 40% water) loopt de dagelijkse gift op tot 20 kg voordroog. Voer je je paard enkel gras? Gras bestaat uit 15% D.S. (en 85% water) dus moet je paard zeker 80 kg gras kunnen opeten om voldoende droge stof te hebben.

Is het voedingsverhaal hierbij gedaan? Nee. Net zoals bij mensen is het bij paarden ook belangrijk om te kijken naar de samenstelling en balans van de voedingsstoffen in het voer.

Paarden nemen gemiddeld 4 à 5 liter water op per kilo droge stof voeder opname. De behoefte aan water is afhankelijk van de samenstelling van het voer, de buitentemperatuur, de afscheiding van zweet en waterdamp en de hoeveelheid en intensiteit van de arbeid. Paarden die de hele dag op de weide staan te grazen nemen dus ook water op via het gras (85% water).

2) VEP is een maat voor energie

VEP of "Voedereenheid Paard" is een maat voor de netto energie inhoud van een voer (grofweg de koolhydraten en de vetten). Door voldoende energie op te nemen blijft de lichaamstemperatuur constant bij normale klimaatomstandigheden. Een energietekort geeft volgende verschijnselen: vermageren, achterblijven van hengstigheid of tragere groei. Een energie-overschot veroorzaakt vooral vervetting door het aanleggen van reserves.

Wat doet een paard met al die energie?

Er blijft ‘slechts’ 30% over van de totale VEP die een paard verdeelt tussen zijn dagelijkse lichaamsfuncties en arbeid die van hem gevraagd wordt.

Onderhoud versus arbeid

In de onderhoudsbehoefte zit het in stand houden van de essentiële lichaamsfuncties alsook de behoefte voor voederopname en -verwerking en de behoefte voor staan en beweging. De hoeveelheid beweging is onder meer afhankelijk van het temperament van het paard. De onderhoudsbehoefte wordt beïnvloed door het ras, het geslacht en het temperament. Hengsten hebben een 10 à 20% hogere onderhoudsbehoefte dan merries en ruinen. Voor beweging, training, dracht, … zijn er VEP-toeslagen nodig zodat het paard met zijn netto-energie toekomt voor onderhoud maar ook voor de arbeid die wij vragen.

Rekenvoorbeeld

Een paard van 600 kg heeft voldoende aan dagelijks 4750 VEP. Een paard dat leeft in een paddock paradise legt dagelijks gemiddeld 25 km af (gemiddelde in mijn kudde). Te vergelijken met 3 uur stapmolen. Hiervoor heeft een paard 1830 VEP extra nodig. Als ik dan nog 1 keer in de week een uurtje in de piste rij dan mag ik nog een toeslag van 228 VEP rekenen (lichte arbeid met maximaal 10’ galop). In het totaal mag ik dus 4750+1830+220=6800 VEP voederen per dag.

1 kg hooi = 500 VEP dus 14 kg hooi per dag (= 7000 VP) vult prima de dagelijkse D.S. en VEP behoefte in.

Zijn we er dan? Nee. We hebben het nog niet over de eiwitten gehad.

Een paard kauwt 30 - 40 minuten op 1 kg hooi en slechts 10 - 15 minuten op een kilo krachtvoer. Het aantal kauwbewegingen per minuut bij ruwvoer ligt tussen 800 tot 1200, terwijl bij krachtvoer slechts rond de 85. 1 kg hooi produceert 3 tot 5 liter speeksel terwijl 1 kilo krachtvoer slechts 1 tot 1,5 liter.

3) Eiwitten zijn de bouwstenen

De eiwit-inhoud van een voer wordt uitgedrukt in gram Verteerbaar Eiwit Paarden, of kortweg VREp. Volwassen paarden hebben weinig eiwit nodig voor hun onderhoud. De meeste rantsoenen voor paarden bevatten een teveel aan eiwit.

Rekenvoorbeeld

Een paard van 600 kg heeft voldoende aan dagelijks 360 VREp. Een paard dat leeft in een paddock paradise legt dagelijks gemiddeld 25 km af (gemiddelde in mijn kudde). Te vergelijken met 3 uur stapmolen. Hiervoor heeft een paard 135 VREp extra nodig. Als ik dan nog 1 keer in de week een uurtje in de piste rij dan mag ik nog een toeslag van 15 VEP rekenen (lichte arbeid met maximaal 10’ galop). In het totaal mag ik dus 360+135+15=510 VEP voederen per dag.

1 kg hooi = 75 VREp dus 7 kg hooi per dag (= 525 VREp) vult reeds de dagelijkse VREp behoefte in. Maar in de bovenstaande rekenvoorbeelden hebben we dus gezien dat met 7 kg hooi niet de droge stof- en de VEP-behoefte invult. Hoe balanceer je dit dan?

Balanceer VREp, VEP en D.S.

Eiwitoverschotten kunnen praktisch niet als reserves worden opgeslagen en daarom worden ze omgezet tot energie. Hierbij wordt ureum gevormd, die afgevoerd wordt via de urine. Een eiwitrijk rantsoen heeft daarom als gevolg dat paarden meer drinken en meer urineren. Zorg dus voor ruim voldoende water zodat het overschot gemakkelijk kan afgevoerd worden. Hou rekening mee dat de nieren dus hard moeten werken.

En… vul het rantsoen aan met ander ruwvoer met minder eiwitten. Stro bevat bijvoorbeeld bijzonder weinig VREp in verhouding met VEP.

Deze tabel geeft de nodige VEP en VREp weer die een paard nodig heeft voor zijn onderhoud. Training, dracht, leeftijd van het paard en het gewicht van de ruiter vragen extra toeslagen. Deze kan je raadplegen in deze uitgebreide tabellen van Departement L&V.

Deze tabel geeft de VEP, VREp en gram D.S. per kilo ruwvoer weer. Dit zijn cijfers uit het programma HippoWin. Je kan deze info ook op je zakken krachtvoer vinden of zelf je ruwvoer laten analyseren.

Een paard eet ongeveer 3 tot 4 kilo gras per uur op een een weide met graslengte van > 5 cm.

4) Rekenvoorbeeld dagelijks rantsoen op een paddock paradise

Een gemiddeld volwassen paard 600 kg op een paddock paradise krijgt als dagelijks rantsoen:

  • 4 uur op een weide = 12 kg gras = 1,8 kg D.S.

  • 20 uur op een paddock paradise. Rekening houdende met de hoeveelheid droge stof dat een paard maar dagelijks kan opnemen, betekent dat het paard nog 10,2 kg D.S. in de vorm van hooi kan opeten. Dat komt overeen met 12 kg hooi. Meer geven heeft dus eigenlijk geen zin en leidt tot overschot of tot te veel opname!

  • TOTAAL: 12 kg gras + 12 kg hooi = 12 kg D.S.; 7852 VEP; 1157 VREp

Wees er bewust van dat voor zo’n paard slechts VEP 6580 en VREp 495 nodig is!

  • Zorg er dus voor dat het paard meer beweegt door kleine pakjes hooi op verschillende plekken aan te bieden. Maximaliseer de afstanden tussen de eetplekken.

  • Gebruik slow feeder netten of systemen die de inname vertragen en waarbij een paard meer moet doen om aan het hooi te geraken.

  • Varieer ook eens met takken van eetbare bomen en struiken. Schors en bladeren vragen meer tijd en lichamelijke inspanning om op te eten.

  • Als je slechts een paar keer per week rustig traint (max 10’ galop per keer) met je paard hoef je dus NIETS bij te voeren. Geen zin om te trainen? Neem je paard aan de hand mee voor een wandeling. Of werk eens met balkjes.

Let op: Een dagelijkse overmaat aan VEP, vetten en suikers dus, brengt niet alleen een gewichtsprobleem met zich mee maar leidt uiteindelijk tot insulineresistentie (suikerziekte of diabetes). Dit betekent dat het paard de hoeveelheid suiker in zijn bloed niet meer kan regelen. Dit beschadigt o.a. haarvaten en kan leiden tot o.a. hoefbevangenheid.

Denk er aan: 20 uur op de paddock met onbeperkte toegang tot hooi kan ook verveling veroorzaken! Zorg dus voor voldoende kuddegenootjes, paddock verrijking, slow feeders, activiteiten … zodat je paard ook aan iets anders denkt dan enkel eten.

Tenslotte…

De rekenvoorbeelden die ik hier geef zijn gebaseerd op gemiddelde waardes uit het programma HippoWin. Deze cijfers zijn al wat ouder maar nog steeds de enige betrouwbare bron van voederwaardes. Laat je eigen ruwvoer af en toe analyseren zodat je weet wat je paard eet. Bij Pavo kan je snel en goedkoop (25€) een ruwvoerscan laten doen.

Observeer je paard en neem af en toe eens een meetlint mee zodat je de buikomtrek kunt meten. Door verschillende afmetingen te nemen kan je berekenen hoeveel je paard weegt. Deze tabellen kan je hier terugvinden.

Kan je xylofoon spelen op de ribben of kan je je paard in 2 richtingen rollen? Doe eens de Body Conditie Score test (hieronder staat de video hoe je dat doet). Op het einde van de video legt de dierenarts ook duidelijk uit waarom paarden van de wei zo dik lijken!

Bewaak de kwaliteit van het ruwvoer dat je paard krijgt. Grassen gekweekt voor koeien hebben andere verhoudingen (veel meer eiwit) dan die voor paarden. Voordroog is meestal voor koeien samengesteld. De broei in de plastic verpakking veroorzaakt bijproducten waar paarden vaak niet tegen kunnen. Diarree, rugproblemen (bijvoorbeeld de typisch zwangere buik), hoefproblemen zijn vaak indicaties dat je paard er eigenlijk niet tegen kan.

De vereiste HippoWin-waardes zijn opgesteld voor paarden die in een stalsituatie gehouden worden. Paarden die in een kudde op een paddock paradise leven, verstoken sowieso meer energie en eiwitten door gespreide beweging maar ook in sociale interactie, hersenwerk en invloeden van weer. Maar let toch op met je hooigift. Een paard mag best (gespreid) 4 uur (nooit meer dan 6 uur!) eens even (bijna) niets te knabbelen hebben, dan is er tijd voor die sociale interactie en rust.

Let ook op de behoeftes aan mineralen en vitamines. Doe jaarlijks een bloedtest zodat je weet welke overschotten of tekorten je paard heeft. Supplementen zijn duur en het is zonde om ze voor niets of de verkeerde te geven.


Over de auteur: Barbara Hoekstra is gecertificeerd paardenfokker en geeft advies betreft paardvriendelijke huisvesting. Voeding is daar een belangrijk onderdeel van. Ze gaf reeds vele van haar klanten voedingsadvies.


Referenties

  • Paard en Voer, praktische gids - A. Ellis - 2006

  • Voeding van paarden, Vlaamse overheid, beleidsdomein Landbouw en Visserij - Ir. A. Lommelen, Ir. N. Vettenburg, A. Tylleman - 2011

  • Evidence-based horsemanship, dr. S. Peters, M. Black, Wasteland Press - 2012

  • Cursus Voeding ihkv de opleiding paardenfokkerij, Syntra Midden-Vlaanderen - R. Deckers - 2018

  • Dossier voeding, Paardenpunt - div. auteurs - 2018

  • Hoefbvangenheid - Remco Sikkel, Chez Cheveaux.eu - 2018